Tag archieven: Tessenderlo

Bevraging landbevruchtingsstations / Darwiniaanse selectie – Vlaams Bijenteeltprogramma

Beste lid, beste sympathisant, beste imker

Houdt u bijenvolken in een van de hieronder genoemde regio’s? Dan nodigen wij u vriendelijk uit onderstaande bericht rustig door te nemen. Ook voor Vlaamse imkers actief buiten deze regio’s kan het echter geen kwaad zich te informeren over deze materie aangezien het de uitbesteding van Vlaams belastinggeld betreft.

  • Oudenaarde – Kruisem – Deinze – Gavere – Zwalm
  • Westerlo – Meerhout – Tessenderlo – Lummen – Diest – Scherpenheuvel
  • Kortenaken – Nieuwerkerken – Sint-Truiden – Zoutleeuw – Linter
  • Leopoldsburg – Lommel – Pelt – Hechtel-Eksel

Op donderdag 3 februari werd vanuit Honeybee Valley een newsflash uitgestuurd met daarin een bevraging in verband met de inplanting van nieuwe landbevruchtingsstations en Darwiniaanse selectiestanden in Vlaanderen. Als ZwarteBij.org werden wij niet betrokken bij de opmaak van deze bevraging, maar graag willen we de bevraging wel duidelijk kaderen voor wie hem wenst in te vullen. Wat ons betreft worden in de beschrijving door Honeybee Valley immers belangrijke informatieve aspecten niet vermeld.

Klik hier om verder te lezen

Afgelopen winter gaf KonVIB bij de adaptatie van het Vlaams Bijenteeltprogramma aan, te willen inzetten op nieuwe landbevruchtingsstations en Darwiniaanse selectie. Daartoe werden binnen het Toezichtscomité van het Vlaams Bijenteeltprogramma de gevraagde middelen goedgekeurd. In een later stadium (juli 2021) deelde KonVIB aan het Toezichtscomité mee 3 locaties (Oudenaarde [landbevruchtingsstation Buckfast]; Tessenderlo [landbevruchtingsstation Carnica + Darwiniaanse selectie] en Zoutleeuw [Darwiniaanse selectie]) te hebben gevonden waar zij ondertussen aan de uitvoering van die projecten gestart was. Deze locaties waren dus niet eerst als voorstel toegelicht binnen het Toezichtscomité, het Toezichtscomité werd met andere woorden voor voldongen feiten gesteld. Nochtans stelt het Vlaams Bijenteeltprogramma dat de leden van het Toezichtscomité bewaken dat de weerhouden programmapunten voldoende onderbouwing hebben en ten goede moeten komen aan alle imkers, ongeacht van welke federatie het programmapunt heeft voorgesteld. Daarbij moet de uitvoering collegiaal verlopen en in samenwerking met alle bijenteeltorganisaties vertegenwoordigd in het Toezichtscomité.

Alleszins, tijdens die bewuste vergadering van het Toezichtscomité werd door enkele andere partners binnen het Toezichtscomité, waaronder ZwarteBij.org, bezwaar aangetekend tegen de locaties die door KonVIB voorgesteld werden. De voornaamste reden hiervoor was het gegeven dat er subsidies zouden vloeien naar deze projecten terwijl zij over een onwaarschijnlijk lage slaagkans beschikken. Zowel bij landbevruchtingsstations als bij Darwiniaanse selectie is het essentieel dat koninginnen uitsluitend bevrucht worden door darren van de teeltlijn(en) van het landbevruchtingsstation respectievelijk de Darwiniaanse selectiestand. Dat impliceert dat zulke projecten uitgevoerd dienen te worden in een bijenkastvrij gebied met straal van 3 tot 4 km (liefst uiteraard 7 tot 10 km) of in een gebied gelijk in grootte, maar waarbinnen de imkers allemaal akkoord gaan om hieraan mee te werken. Noch in Oudenaarde, noch in Tessenderlo, noch in Zoutleeuw is hieraan voldaan. Het is zo overigens niet voor niets dat Honeybee Valley op 22 januari uitpakte met een samenwerkingsakkoord met landbevruchtingsstation Kreverhille (een soort ‘schiereiland’ langs de Schelde), en niet met pakweg landbevruchtingsstation Lieteberg (gelegen in de bossen van het Nationaal Park Hoge Kempen). Dat achteraf ook nog bleek dat men voor voorgestelde projecten de lokale imkers in die gebieden niet op voorhand geïnformeerd, laat staan bevraagd had, maakte het er niet beter op. Het enige argument dat telkens voor deze locaties kon aangegeven worden was dat toevallig in deze gebieden er telkens enkele aangesloten imkers waren die interesse hadden om zulk een project uit te proberen, zéér mager dus als projectonderbouwing, tenminste indien de projectaanvrager serieus genomen wil worden.

Omwille van de opmerkingen die op deze projecten geuit werden binnen het Toezichtscomité, werd door het Toezichtscomité besloten deze projecten ‘on hold’ te zetten. Ze moesten met andere woorden onmiddellijk stilgelegd worden. Op dit moment staan deze projecten nog steeds ‘on hold’, en dat is dan ook meteen de aanleiding voor bovengenoemde bevraging georganiseerd door Honeybee Valley. Door de imkers die actief zijn in de door KonVIB voorgestelde gebieden te bevragen over deze projecten wil Honeybee Valley uit de impasse proberen te geraken. Hoewel ZwarteBij.org elk initiatief zal ondersteunen om transparantie te creëren en/of het publiek debat te ondersteunen bij de besteding van subsidies; is de aanpak in deze op zijn minst toch ongelukkig. De bevraging laat bovendien uitschijnen dat de lokale imkers het opzetten van een stand kunnen tegenhouden/goedkeuren en doet zo denken aan de procedure van een omgevingsvergunning. Het is belangrijk om te weten dat bijenstanden in regel niet vergunningsplichtig zijn (ook niet die van een bepaald project, al dan niet gesubsidieerd) en iedereen, met inachtname van de relevante regelgeving, projecten mag opzetten. Men had beter elke Vlaamse imker de mogelijkheid gegeven om te antwoorden op de vraag of het voor hem/haar OK is om subsidies te besteden aan projecten die op basis van gezond verstand en wetenschappelijke inzichten geen slaagkansen hebben.

Als ZwarteBij.org maken we tevens bezwaar tegen het opnemen van onze locatie in Bosland als referentiepunt voor de bevraging, Honeybee Valley geeft ons dan ook geen enkele zinnige reden daarvoor. Onze paringsstand in Bosland is 100% opgezet met eigen middelen en vele uren vrijwilligerswerk over een periode van 6 jaar en is nooit onderwerp geweest van enige subsidie-aanvraag. Onze paringsstand bevindt zich in Vlaanderens grootste aaneengesloten natuurreservaat wat op vlak van isolatiegraad verre van vergelijkbaar is met de door KonVIB voorgestelde locaties. Wel is het zo dat ZwarteBij.org binnen het Vlaams Bijenteeltprogramma subsidies heeft aangevraagd voor het ondersteunen van een reeds in 2020 met eigen middelen opgestart Darwiniaans selectieproject in datzelfde Bosland. Dus wat wil men bij Honeybee Valley precies bewijzen met deze bevraging?

In het kader van transparantie delen we onderaan overigens graag met u hoe ZwarteBij.org in Vlaanderen bij Bosland belandde en hoe die ontwikkeling tot nog toe verlopen is.

Met eigen middelen kan men naar eigen goeddunken allerhande projecten uitvoeren, maar wie gemeenschapsgeld (subsidies) wil gebruiken zou op zijn minst moeten kunnen aantonen dat het goed besteed zal worden met slaagkans tot gevolg. ZwarteBij.org maakt samen met andere partners in het Toezichtscomité bezwaar tegen het toekennen van subsidies aan projecten die geen enkele kans van slagen hebben. De impasse willen doorbreken door de mening van lokale imkers te vragen lijkt een rare keuze, tenzij het de bedoeling is om aan te tonen dat de betrokken projecten niet/wel kunnen omwille van de vele imkers in de directe omgeving die duidelijk aangeven niet dan wel betrokken te willen zijn in het project. Echter, het is niet het aantal of percentage imkers dat wilt meewerken dat beslissend is voor de slaagkansen; maar wel het percentage bijenkasten in het gebied dat geen deel uitmaken zal van het project, alsook hun spreiding in het gebied.

ZwarteBij.org roept tot slot alvast alle imkers die bijenstanden hebben in bovengenoemde regio’s op om de bevraging in eer en geweten in te vullen: https://projects.honeybeevalley.eu/limesurvey/index.php/589164?lang=nl 

Newsflash Honeybee Valley: https://honeybeevalley.eu/newsflash/bevraging-lokale-imkers-over-nieuwe-bevruchtingsstanden-en-darwiniaanse-selectie

Vriendelijke groeten,

Bestuur
ZwarteBij.org VZW

Waarom Bosland?

Wel, na verscheidene jaren met bevruchtingskastjes naar Chimay gereisd te hebben om jonge Zwarte koninginnen zuiver te kunnen laten aanparen rees in 2015 de vraag of er geen mogelijkheid dichter bij huis zou zijn om gecontroleerde aanparingen te verzorgen. Een landschapsanalyse van Vlaanderen leverde enkele gebieden op die, in vergelijking met de standaard Vlaamse ruimtelijke ordening, als ‘geïsoleerd’ beschouwd konden worden. Echter, de betekenis van ‘geïsoleerd’ in Vlaamse context stelde niets voor vergeleken met de afstanden die darren en koninginnen kunnen afleggen tijdens hun paringsvluchten. Toch sprong wat betreft geïsoleerdheid 1 gebied ver boven de andere gebieden uit: Bosland. Met andere woorden, als men al überhaupt ergens in het ruimtelijk wanordelijke Vlaanderen gecontroleerde aanparingen zou kunnen realiseren, dan zou dat in Bosland zijn. Bijgevolg werden er plannen gemaakt om in Bosland aan paringsonderzoek te gaan doen om na te gaan of het gebied inderdaad potentieel had voor een paringsstand voor Zwarte bijen of juist niet. Een van de vragen die daarbij rees was uiteraard wat te doen met de lokale imkersverenigingen: inlichten of niet?

Eerlijk is eerlijk, in een gebied met voornamelijk Carnica-imkers zou de kans zeer klein geweest zijn dat de lokale imkers(verenigingen) een initiatief voor de Zwarte bij zouden goedkeuren, laat staan ondersteunen; te meer omdat toen (2016) al duidelijk was dat er vanuit de Vlaamse (Limburgse) Carnica-lobby met allerlei drogargumenten gestreden werd tegen onze bedreigde inheemse Zwarte bij. Getuige daarvan het artikel ‘Kruisingen van de zwarte bij wel degelijk agressiever’ in het KonVIB-maandblad van maart 2016 – met als een van de auteurs de huidige KonVIB-voorzitter – waarvan Dylan Elen weliswaar alle foutjes in dat artikel nadien netjes gecorrigeerd heeft in een lezersbrief in de editie van mei 2016 van datzelfde tijdschrijft. Dat leidde tot het besluit om de lokale imkers(verenigingen) niet in te lichten over de paringsproeven die we zouden gaan uitvoeren om de geschiktheid van Bosland na te kijken. Immers, mochten zij ingelicht geweest zijn, zou het risico bestaan hebben dat – zelfs indien iedere lokale imker officieel goedkeuring gegeven zou hebben – kwaadwillige imkers opzettelijk (extra) bijenkasten in het gebied zouden gaan plaatsen om de kans te vergroten dat het resultaat van de nulmetingen zou aangeven dat het gebied ongeschikt is voor een paringsstand voor de Zwarte bij. Om te verzekeren dat het resultaat van de nulmetingen representatief zou zijn voor de reële situatie ter plaatse, werd daarom dus besloten de lokale imkers(verenigingen) niet te informeren.

Toen achteraf, eind 2019, door DNA-analyses van enkele volken met een Zwarte koningin bevrucht te Bosland, bevestigd werd dat onze paringsstand te Bosland voor de Zwarte bij wel degelijk werkt* (wat tot dan reeds vermoed werd op basis van vleugelonderzoek), werd besloten om vervolgens contact op te nemen met de bestuursorganen van de lokale imkersverenigingen uit het gebied (Leopoldsburg, Lommel, Overpelt en Hechtel-Eksel). In die communicatie werd onder meer duidelijk gesteld dat een lokale imkersvereniging volgens onze filosofie een imkergroepering hoort te zijn die openstaat voor alle imkers uit de buurt, ongeacht welk bijenras die imkers hebben, ongeacht of die imkers traditioneel of natuurlijk imkeren, ongeacht of die imkers nu tegen Varroa behandelen of niet etc.; en dat wij steeds openstaan tot samenwerking opdat onder andere ook de leden van de lokale imkersverenigingen vrijblijvend mee de vruchten van onze inspanningen in het gebied kunnen plukken. Helaas ontvingen wij van die bestuursorganen ofwel géén reactie ofwel een reactie die van weinig volwassenheid getuigde. Wij betreuren dat nog steeds, want het had de ideale gelegenheid kunnen bieden om met de imkers uit het gebied, niet louter de bestuursorganen, in open dialoog te gaan om elkaars opinies en bezorgdheden te leren kennen en mee aan de slag te gaan.

Dat gezegd zijnde, gebaseerd op de bevestiging van de kwaliteit van Bosland via DNA-analyses, werd door ZwarteBij.org beslist om door te gaan met de verdere uitbouw van onze paringsstand te Bosland. Zo werd in het Boslandgebied in 2020 door ZwarteBij.org ook een Darwiniaans selectieproject opgestart, dus ruim voordat er binnen het Vlaams Bijenteeltprogramma nog maar gesproken werd over concrete Darwiniaanse selectieprojecten. Zowel onze Boslandparingsstand als ons Darwiniaans selectieproject** in Bosland worden gerund met eigen middelen en de inzet van gemotiveerde leden, dat pad zal sowieso verder bewandeld worden.

*De Bosland-paringsstand werkt in die zin dat er zuivere aanparingen plaatsvinden, maar niet alle aanparingen die er plaatsvinden zijn zuiver. Momenteel wordt er op basis van onderzoeksresultaten vanuit gegaan dat ongeveer de helft van de koninginnen bevrucht te Bosland, volledig zuiver bevrucht is. Als ervaringsdeskundige stellen we onszelf dan ook gigantische vraagtekens bij de slaagkansen voor gecontroleerde aanparing in de gebieden voorgesteld door KonVIB.

**Er werd door ZwarteBij.org binnen het Vlaams Bijenteeltprogramma subsidiëring aangevraagd om het reeds bestaande Darwiniaans selectieproject in Bosland te ondersteunen, maar de werkingsmiddelen, via die subsidiëring verkregen, werden tot op heden nog niet ingeschakeld. Mocht een meerderheid van de imkers uit de omgeving van Bosland bezwaar hebben tegen de uitbouw van een Darwiniaans selectieproject in het gebied, zullen we dat ter harte nemen en zullen we evalueren of met de middelen verkregen via het Vlaams Bijenteeltprogramma een KI-variant van het Darwiniaans selectieproject opgezet kan worden.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Bijenrassen, Buckfast, Carnica, Koninginnenteelt, Selectie, Zwarte bij