De teloorgang van onze inheemse Zwarte bij heeft natuurlijk niet van de ene dag op de andere plaats gevonden. Hier gingen verschillende decennia en diverse historische figuren overheen. Hieronder kan u daar stapsgewijs meer over lezen.
Ligustica verovert Duitstalig EuropaIn Nederland werden wellicht voor het eerst uitheemse honingbijen geïmporteerd in de jaren 20 van de vorige eeuw. Het betrof de Kaukasische honingbij (Apis mellifera caucasica) die ten volle gepromoot werd door een zekere meneer Romein uit Bilthoven. Het succes duurde echter niet lang, en in de jaren ’30 besloten vele Nederlandse imkers de Italiaanse honingbij uit te testen nadat er goede commentaren kwamen uit de V.S. over deze ondersoort. Maar haar winterhardheid stelde eigenlijk ernstig teleur. Na de 2de Wereldoorlog was het dan de beurt aan de Carnica, vrij snel na de eerste importen van deze ondersoort werd er onder leiding van een zekere meneer Geskes een bevruchtingsstation voor Carnica opgezet op het Waddeneiland Schiermonnikoog. Door de komst van de Varroa-mijt en het heengaan van de heer Geskes stagneerde de interesse in Carnica en daalde deze zelfs. (Speelziek, 2004).
In Vlaanderen verliep het een beetje anders. In de jaren ’40 – ’50 werden er in groten getale Ligustica-koninginnen geïmporteerd uit Italië. Net zoals in het Duitse Rijk enkele decennia eerder, ontstonden er nu ook problemen als verhoogde agressiviteit vanaf de F2-hybride met de lokale Zwarte bij (Laurent Ignoul, voorzitter IFANG, pers. com. 2017). De Zwarte bij geraakte volledig gehybridiseerd, de Ligustica bleek toch niet ideaal te zijn en de imkers deden dan maar verder met de bastaarden die ze hadden, ook wel “rosse bijen” genoemd. Pas in de jaren ’70 kwam daar verandering in. Op 30 november 1974 werd door de Vlaamse selectiewerkgroep namelijk besloten om reeds sterk geselecteerde Carnica’s uit West-Duitsland te importeren en de genetica hiervan via het zelf ontwikkelde overlarfproject – in Nederland doppenproject genoemd – over Vlaanderen te verspreiden. In de jaren ’80 – ’90 kreeg deze strategie navolging in Nederland (Elshout, 2006), al zal men op vele plaatsen in Nederland gewoon aan de slag blijven met nazaten van de initiële Zwarte bij x Ligustica bastaarden.
Vanaf de jaren ’80 begint in de Lage Landen bovendien ook echt interesse te ontstaan in de Buckfastbij, een doelgericht gekweekte hybride van initieel de Zwarte bij, Ligustica, Anatolica (Apis mellifera anatolica, uit Turkije), Cecropia (Apis mellifera cecropia, uit Zuid-Griekenland), Sahariensis (Apis mellifera sahariensis, uit de Sahara-oasen) en Monticula (Apis mellifera monticula, uit Oost-Afrika). De Buckfastbij werd in de periode van 1915 tot de jaren ‘80 tot stand gebracht door Broeder Adam in de Engelse Abdij van Buckfast. Tot op heden worden er geregeld zuivere ondersoorten weer ingekruist in de Buckfast, dit artificiële bijenras beschikt dus zelf niet over een consistente genenpoel (Imkerpedia, 2015).
Ook nu nog worden er jaarlijks vele buitenlandse Carnica- en Buckfastkoninginnen door Vlaamse en Nederlandse imkers geïmporteerd (lees bv. hier of zie deze video vanaf 01:10), het gras schijnt immers steeds groener bij de buren …
BIENEFELD, K., 2016. – Die Zucht der Honigbiene; Beginn, aktueller Stand und Zukunft. https://www.apis-ev.de/die-zucht-der-honigbiene-beginn-aktueller-stand-und-zukunft.html [laatst gelezen 27.XII.2018].
ELSHOUT, P., 2006. – Apis mellifera carnica, een allochtone bij? Bijen, maandblad voor imkers, 15: 270-271. [OJS: http://edepot.wur.nl/49717]
FRIEDRICH, K.T. & FEHLING, D.H., 2000a. – Vom Ursprung der Sklenarbiene. http://www.bienenzucht.de/linie_sklenar.htm [laatst gelezen 27.XII.2018].
FRIEDRICH, K.T. & FEHLING, D.H., 2000b. – Der Stamm Nigra. http://www.bienenzucht.de/linie_nigra.htm [laatst gelezen 27.XII.2018].
GARNERY, L.; FRANCK, P.; BAUDRY, E.; VAUTRIN, D.; CORNUET, J.M. & SOLIGNAC, M., 1998. – Genetic diversity of the west European honey bee (Apis mellifera mellifera and A. m. iberica). II. Microsatellite loci. Genetics Selection Evolution, 30: S31-S47. [hal-00894232]
IMKERPEDIA, 2011. – Goetze. http://imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Goetze [laatst gelezen 27.XII.2018].
IMKERPEDIA, 2015. – Buckfast. http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Buckfast [laatst gelezen 27.XII.2018].
PINTO, M.A.; HENRIQUES, D.; CHAVEZ-GALARZA, J.; KRYGER, P.; GARNERY, L.; VAN DER ZEE, R.; DAHLE, B.; SOLAND-RECKEWEG, G.; DE LA RUA, P.; DALL’OLIO, R.; CARRECK, N.L. & JOHNSTON, J.S., 2014. – Genetic integrity of the Dark European honey bee (Apis mellifera mellifera) from protected populations: a genome-wide assessment using SNPs and mtDNA sequence data. Journal of Apicultural Research, 53(2): 269-278. [DOI 10.3896/IBRA.1.53.2.08]
RUOTTINEN, L.; BERG, T.; KANTANEN, J.; KRISTENSEN & PRAEBEL, A., 2014. – Status and Conservation of the Nordic Brown Bee: Final report. https://www.nordgen.org/wp-content/uploads/2017/03/BrownBeeReport2014NordGen.pdf [laatst gelezen 27.XII.2018].
SPEELZIEK, J.J., 2004. Werkboek Bijen Houden. (5de editie). Wageningen, Nederland: Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland